Leven onderscheidt zich van door het hebben van vrije keuze in het omgaan met de materie/omgeving. Door de eonen heen zien we dat steeds meer compacte/complexe vormen van leven ontstonden, waarin het omgaan met vrije keuze steeds meer expliciet is te herkennen. Daarin zien we dat leven gebruik maakt van de mogelijkheden van de materie; en op basis daarvan op steeds meer manieren met die materie kan omgaan. Dit principe is te illustreren aan de hand van de opbouw van diverse vormen van leven, van Mineraal tot plantaardig tot dierlijk tot zelfbewuste scheppende wezens.
- Een Mineraal kan alleen reageren door het trillingsveld in de omgeving ordening te geven. Daardoor zijn er vanzelfsprekend ook trillingen, en velden van samenhang, in de mineralen.
- Een Plant heeft een duidelijkere groei en kan zich daardoor intern bewegen, vormen en vervormen. In een kruidje-roer-me-niet is dat duidelijk te zien. Ook de manier waarop planten zoals Balsemien hun zaad kunnen schieten, zijn voorbeelden van heel gerichte beweging.
- Een Dier heeft daar extra keuzemogelijkheden bij: die kan vechten en vluchten, bang worden of doodliggen (“Fight, Flight, Fear, Faint”). Behalve de interne aanpassing komt daar externe aanpassing bij.
- Een Mens (Het Latijnse woord Mens betekend Bewustzijn; en geldt dus in principe ook voor andere dieren) kan zichzelf aanpassen of de omgeving aanpassen. Stekelbaarsjes en vogels bouwen nesten; termieten en mensen bouwen huizen met klimaatregeling, veel dieren gebruiken gereedschap. En wij mensen gebruiken ook communicatie.
Daarin zijn we meer ontwikkeld dan veel dieren: we gebruiken Taal en Technologie. Daardoor kunnen we samenwerken, en omgaan met de omgeving, op manieren waarop dieren en planten dat niet kunnen. Dat vermogen vraagt om begrip van onze omgeving. Het vermogen zelf ligt besloten in ons lichaam. Vandaar dat het begrip voor de samenhang met ons lichaam ook de basis biedt voor het op een gezonde manier kunnen omgaan met onze omgeving. Het verzorgen van onze omgeving gebeurt volgens de principes die we beleven in het verzorgen van ons lichaam.
Het aanpassingsvermogen wordt door de hele evolutie heen tegelijkertijd groter, en verfijnder. Er zijn meer manieren om te reageren. De reactie wordt ook gerichter en daardoor beter. Wat goed is om te weten is dat alle reacties die we gebruiken al op één of andere manier zijn ingebouwd in ons lichaam. We hebben het vermogen om zo te kunnen reageren. Al onze communicatie, taal, technologie en gereedschap maakt daar gebruik van. Wat dat betreft is ons lichaam de beste gereedschapskist die we nog steeds kennen, vol met (ook nog) ongekende vermogens. We kunnen het vergelijken met een soort van supercomputer. Leven is een manifestatie van bewustzijn. Het geeft vorm aan informatie. Als je zo bekijkt hoe ons lichaam zich over miljarden jaren uit mineralen, via planten- en diervormen heeft ontwikkeld, dan kan je je ook voorstellen hoe dat over een paar miljoen of miljard jaar zijn kan: nog meer verstandelijke vermogens, en nog meer manieren om om te gaan met vrije keuze. (Als de mensheid zich niet eerst weer vernietigt...)
Van mineralen naar planten naar dieren naar mensen is stelselmatig meer vrije keuze ingebouwd in de materie. Het maakt ons mens-zijn fascinerend: het is te vergelijken met een rivier en een bedding, of met software in een computer. Behalve dat ik dit geval de software de samenhang van de computer mede-bepaalt. Daardoor is het samenspel tussen materie en informatie steeds subtieler. In ons kennen we dat als “psychosomatiek”: wat we in gedachten beleven, heeft (soms) direct effect op ons lichaam. Daarmee moeten we leren leven, en daarmee moeten we ook leren omgaan. Dat lijkt de essentie van leven: leren omgaan met vrije keuze. Experimenteren met schepping. Leren van fouten, en daardoor nog meer vermogens inbouwen in ons lichaam. Ons lichaam... want je bent geen mens, zonder deel te zijn van de mensheid.
Als mensen be-leven wij bewustzijn. We zijn ons bewust van ons bewustzijn. Ten dele zijn we ons bewust van de vrije keuze die we daarin hebben. (Ten dele ligt ons gebruik van bewustzijn besloten in Reflexen. (Een Reflex is een herhaling van een actie die we in het verleden deden, vanuit de herinnering daarvan zoals die is opgeslagen in ons lichaam.))
Het be-leven van leven het be-leven van gezondheid, en een gezonde be-leving van onze omgeving hebben direct te maken met ons gebruik (en misbruik) van bewust-zijn.
Het gaat daarin om de mogelijkheid om een keuze te maken in onze betrokkenheid met de omgeving: er één mee zijn, er mee in interactie zijn, ermee ‘spelen’, of ‘er buiten staan’. Deze vier vormen van betrokkenheid hebben elk een eigen vorm van bewustzijn. In dit boek speelt dit een belangrijke rol: onze betrokkenheid met ons lichaam en onze omgeving bepaalt onze gezondheid. Onze ontkoppeldheid van onze omgeving en ons lichaam is de bepalende oorzaak van ziekte. Bewustzijn, intelligentie, aandacht en be-leving gaan over de ervaring van het samenspel tussen je lichaam en je omgeving. Zoals het uniVersum is ontstaan uit informatie, zo is ook in ons lichaam onze omgang met informatie bepalend voor onze beleving van onze omgeving; en gezondheid. Dit ervaren we niet in de vorm van ons lichaam, maar in de manier waarop ons lichaam gevormd is: door levende cellen.
|