|
De volgende auteurs hebben baanbrekend werk gedaan in het presenteren van belangrijke informatie voor het beter begrijpen van ons lichaam.
Het volgende zat de kerngedachte van hun werk samen in een interpretatie van de relevantie ervan voor ons begrip voor/van ons lichaam.
Lynn Margulis Symbiotic Planet
Lynn Margulis heeft laten zien dat we het ontstaan van ons lichaam kunnen begrijpen als een symbiose van microben. Het houdt in dat ons lichaam in die zin een kolonie van microben is. Zoals termieten een huis bouwen, zo bouwen deze microben ons lichaam. Het heeft dus meer zin ons lichaam, de organen en de verschillende cellen te begrijpen als een cel die zich deelt, maar net als bij de microben één eenheid blijft. Zij het dat in dit geval we niet te maken hebben met microben die allemaal ‘hetzelfde’ zijn, maar met cellen die verschillen, maar toch samen één zijn. Interessant is dat in de samenspel tussen de cellen een eigenschap van de oorspronkelijke microben nog steeds te zien is: het samenspel van heel verschillende microben, die samen heel verschillende eigenschappen aandragen. Anaërobe microben (die leven diep in de Aarde, en plaatsen waar zuurstof ontbreekt), water microben, aërobe (lucht) microben en microben met fotosynthese brengen Aarde, Water, Lucht en Licht (Vuur) samen. Dat is ook wat we zien in ons lichaam: alle stoffen in ons lichaam worden omgevormd en uitgescheiden door cellen, en transmuteren tussen vast, vloeistof gas en ionen. Daarin ligt ook de samenhang tussen de anatomie van ons lichaam, de fysiologie van de lichaamsprocessen, de uitwisseling met de omgeving, en de integratie van informatie (zoals we die in onze psyche beleven). Het is belangrijk om dit in omgekeerde zin te begrijpen: wat we zien als de psychologie van onze beleving (de informatieverwerking) heeft direct te maken met ons aanpassingsvermogen in interactie met de omgeving, de manier waarop dat de processen in ons lichaam verandert, en de opbouw van ons lichaam. Dit houdt in dat we ons niet moeten blindstaren op de anatomie van microben. Zij hebben ook een fysiologie; en dat wat wij zien als de celdeling in ons lichaam is dat wat we zien als de vermenigvuldiging van microben. Omdat hun deling aseksueel is, is een groep van microben tegelijkertijd een groep van cellen, een orgaan en een lichaam. (Overigens, de microben zijn geen kopie van elkaar; net als bij ons, en bij onze cellen, zijn er individuele verschillen. Microben wisselen eiwitstrengen uit – hun vorm van seksuele beleving – waarin de informatie is opgeslagen van hun verschillende beleving.) Microben wisselen informatie uit, dus ze hebben besef van verschil in hun beleving. Net als wij hebben ze dus niet alleen een anatomie (lichaam), fysiologie (stofwisseling) en interactie met de omgeving (en een regulatiesysteem), maar ook een bewustzijn: ze delen informatie. Ze zijn dus tegelijkertijd individuele organismen (‘cellen’), maar ook een organisme (‘lichaam’). Dit is de essentie van het werk van Lynn Margulis: ze laat zien dat alle vormen van leven met elkaar zijn verbonden. En dat alle levensvormen met elkaar samenleven: de hele planeet is in Symbiose. Haar werk is belangrijk omdat het de mens help begrijpen dat we als mensen samen de mensheid vormen. Op dezelfde manier als we niet kijken naar individuele microben, maar naar de hele kolonie, zo is ook de mensheid een integraal organisme. Wij hebben daarin een unieke persoonlijke beleving; maar waarom zou dat anders zijn voor microben. Ze communiceren met elkaar, dus beleven elkaar en hun omgeving, waarom hebben ze dan geen individuele beleving. Om het op een andere manier te zeggen: wij zijn net zo onbewust van het bewustzijn van de individuele cellen van ons lichaam, als we dat zijn van individuele microben. Maar toch hebben we een besef van bewustzijn. Waarom zou dat anders zijn voor een kolonie microben, of een berg met termieten? Of, om het even welke andere vorm van leven?
Lynn Margulis helpt om te beseffen dat Microben geen bedreiging zijn; we zijn uit microben ontstaan. Waar het om gaat is het gezonde samenspel in en met de omgeving. Weten wat het samenspel bepaalt, en wat het belang is van de verschillen. Door verschillen te combineren, te integreren konden de microben samen een nieuwe levensvorm vormen. Op dezelfde manier kan je de verschillende geneeswijzen samen gebruiken. Uiteindelijk is ons universum in eenheid; zoals ook alle religies beweren. Het gaat erom dat te kunnen be-leven. Ons lichaam is daarvan een voorbeeld.
Bruce Lipton Biology of Belief
Bruce Lipton hield zich bezig met onderzoek naar klonen van cellen. Hij keek in detail naar de manier waarop de moleculen in de cellen daarin een rol spelen. Eén van de aspecten die hij onderzocht was wat er gebeurt als je het DNA weghaalt uit een cel. Conclusie: de cel leeft gewoon door. Om het wat simpel te stellen: het DNA in de cel vertegenwoordigt niet de hersenen maar de testikels. Het is archiefmateriaal, de – over miljoenen jaren - opgebouwde kennis van het verleden. De informatie voor de opbouw van de cel komt niet van het DNA. Dat is ook te zien uit de opbouw van DNA. Over miljoenen jaren ontstonden deze grote moleculen uit kleinere moleculen: Eiwitten, die weer uit aminozuren ontstonden. Oorspronkelijk ontstonden die zelfs uit het kristalliseren van gassen. In ons lichaam is het eiwit de bepalende factor. Om het DNA heen zit eiwit dat bepaalt welke vorm het DNA krijgt. Dit manteleiwit reageert op wat er gebeurt in de omgeving. De omgeving – van de cel – bepaalt dus wat er gebeurt met het DNA. In een reageerbuis is dat wat de laborant bepaalt. In ons lichaam is dat wat er in je hele lichaam gebeurt. Dat is ook waar we te maken hebben met een verstorende factor: overtuiging. In ons lichaam beleven we als het ware twee werkelijkheden naast elkaar; soms door elkaar. De natuurlijke omgeving, van het universum en de planeet. En de culturele omgeving: dat wat we elkaar vertellen en van elkaar willen geloven. Soms is die wereld van de cultuur zo verschillend (kul-tuur, als in turen-naar-kul) dat onze cellen verward worden. Bijvoorbeeld: je kijkt naar een geweldfilm op de TV. Voor je lichaam is er niets aan je hand (je zit in een stoel) maar volgens je brein is er niets dan moord en ellende. Die plaatjes in ons hoofd bepalen welke hormonen je brein uitscheidt. Het gevolg is dat ons grootste vermogen (voorstellingsvermogen: je kan daardoor oplossingen vinden in uitzichtloze situaties) je grootste val wordt: je leeft je in in situaties die niet bestaan – alleen in je gedachten. Maar waar je lichaam wel op reageert: omdat het (ter voor-bereiding van wat jij je voor-stelt) de hormonen daarbij al aanmaakt. Bij wat je denkt ... Er zijn mensen die bewerend dat je geen effect hebt van het TV-turen naar moord en geweld, maar voor ons lichaam is dat niet het geval. Het reageert op alle sappen en signalen die het brein – jouw brein – aanmaakt. Het gevolg is dat je lichaam als het ware kan worden verscheurd. “Als het ware”, nee: het is waar. Je lichaam zit rustig in een stoel, maar je hersenen sturen signalen van rennen en draven. Het gevolg is dat er allemaal hormonen vrijkomen, en neuronen reageren, maar ... het lichaam reageert niet mee, want je zit in die stoel. Wat moet je lichaam doen? Holen of stilstaan? Het gevolg is dat je als het ware wordt gespleten. Je wordt waarlijk gespleten: je voorbrein houdt zich bezig met de televisie, en je achterbrein met je lichaam. En de twee leren zo samen dat wat je ziet en beleeft niet waar is. In de praktijk kan het betekenen dat je afleert om te reageren; je wordt letterlijk slaaf-achtig door je verslaving. Of je lichaam doet toch mee aan wat je brein voorstelt (wat jij je brein voor-stelt) en moet wat doen met al die hormonen en signalen van neuronen. Het opgestapelde geweld wordt opgeslagen in je lichaam, in allerlei vormen van spanning. Of afgereageerd op de omgeving. Het principe war daarachter ligt is te zien in onze cellen. De celwand verzorgt het contact van de cel met de omgeving. Die celwand is een dubbellaagje van vet (vandaar ook dat alcohol, een vetoplosser voor ons lichaam een probleem is). Door dat vetlaagje wordt de inhoud van cellen gescheiden; ook het water in de cellen dat tegelijkertijd functioneert als een energiebron en drager van informatie. (Vergelijk het met een geheugenchip en rekenchip in een computer). Daardoor kan de ene cel zich met wat anders bezig houden dan een andere. Elke cel is als het ware een aparte informatieverwerker (‘computer’); en door het anders omgaan met de omgeving ontstaan over de loop der tijden ook andere cellen. Het samenspel van de verschillende cellen in ons lichaam is mede daardoor bepaald. Het vetlaagje tussen de cellen vormt een scheiding. De verbinding wordt verzorgd door twee soorten van eiwit: receptoren en poorten. Receptoren steken door de celwand heen, en zijn het waarnemingssysteem van de cel naar de omgeving. Poorten vormen een soort mond-of-kont: hierdoor kan materiaal worden opgenomen uit, of afgegeven aan, de omgeving. Receptoreiwitten gaan om met informatie. Poorteiwitten gaan om met materie. In de cel zijn er dan nog twee groepen van eiwitten. De eerste kan een verbinding leggen tussen weten en doen: daardoor kan een receptoreiwit worden gekoppeld aan een poorteiwit. Waardoor kan de poort reageren op de informatie van de omgeving. Het denken van de cel gebeurt dus op de membraan van de cel. De andere eiwitten die in de cel een belangrijke rol spelen zijn de manteleiwitten van het DNA. Deze manteleiwitten reageren op wat er gebeurt aan de celwand; en veranderen daardoor de vorm van het DNA. Zo nodig verbouwen ze het DNA ook. Wat gebeurt in de cel is zo een afspiegeling van wat er gebeurt in de celomgeving. Zoals gezegd: aan de ene kant is dat de natuurlijke omgeving van je lichaam. Aan de andere kant is dat wat je gelooft: je interpretatie van wat er gebeurt in je omgeving. Tussen de twee kan het verschil groot zijn. Net zo groot als tussen je voorbrein en achterbrein wanneer je zit en TV kijkt. Op dezelfde manier kan – door wat je denk, en voelt (dus gelooft) – de activiteit aan de celwand anders zijn dan wat er is vastgelegd in de celkern. Dit is in principe de basis van gezondheid en ziekte. Als dat wat in je lichaam gebeurt overeenkomt met wat gebeurt in je omgeving, dan ben je gezond. Is dat wat er gebeurt in je lichaam (aan de celwand) anders dan wat je lichaam van oudsher weet van je omgeving (de celkern) dan beleef je een conflict, raak je mogelijk ontkoppeld, en is wat je cel binnenin weet niet meer van toepassing voor je beleving. Op de korte termijn kan dat je leven redden: soms leef je in situaties die je lichaam niet kent, doordat je voorouders zoiets nog nooit hebben beleefd. Het staat niet opgeslagen in het archief van je lichaam. Op de lange duur ga je daar echter aan kapot: je lichaam kan niet bijhouden wat je doet met je lichaam, en kan dat wat je doet dus ook niet meer onderbouwen. Je lichaam raakt ontkoppeld van je beleving, je wordt ziek en gaat dood. Laten we maar zeggen: opgeruimd is netjes, want kennelijk leefde je op een manier die – op de lange duur – niet aansluit bij hoe je lichaam kan omgaan met onze omgeving. Dat is ook het basale recept van alle religies: regelmatig (het advies is 3DD; 3 maal daags) even niets doen. Geen mening hebben over de wereld. Even gewoon ervaren wat er gebeurt. En accepteren dat wat er gebeurt goed is: het is zoals het is. Eén van de religies koos dit recept zelfs als haar naam: Islam. Islam betekent ‘overgave”, ofwel: accepteren dat de werkelijkheid is zoals die is. Even uitrusten en het contact in jezelf met jezelf herstellen. Even bijtanken in wat is. En dan kan je ook zien dat de enige ‘heilige oorlog’ die is tegen je eigen overtuigingen: dat is waar je aan kapot gaat. En, als je niet oppast (en dat doe je niet wanneer je bent ontkoppeld) anderen ook. Alle religies bieden hetzelfde recept. Mar, zoals al gezegd: we hebben niet alleen onze natuurlijke omgeving, maar ook onze kul-tuur-lijke omgeving, waarin mensen elkaar dingen aanpraten die niet kloppen, Waar het brein op reageert. De cellen door in de stress gaan. En je uiteindelijk ziek wordt. Het is daarom zinvol om een onderscheid te maken tussen kerk en religie. Daar waar je in gelooft moet je aan geloven. Dat laatste is niet wat Bruce Lipton voorlegt; wel dat je overtuigingen de chemie van je lichaam bepaalt (je emoties). En dat bepaalt je gezondheid.
Wat Bruce Lipton aanbiedt is het inzicht dat je overtuigingen je gezondheid bepalen. Het is beter om daar rekening mee te houden: “voel je goed”. Besef dat wat je denkt dat waar is, een waarNeming is, en geen waarHeid. Besef dat je je gezondheid hervind door je overtuigingen te laten varen – zoals de Boeddhisten ook zeggen – en de omgeving te ervaren voor wat die is, in plaats van wat je ervan denkt, of anderen ervan denken.
Mae Wan Ho The Rainbow and the Worm
Mae-Wan Ho is gefascineerd door heet samenspel van beweging en rust; yang en yinn. Dat wat we kennen uit de natuurkunde als het samenspel tussen Kinetische Energie en Potentiële Energie, bestudeerde zijn in de opbouw van het lichaam: vrije energie en gebonden energie. In het lichaam is dat anders dan hoe het in de natuurkunde wordt bekeken. Kinetische Energie is de energie (dus relatieve beweging) van een object ten opzichte van de omgeving. In de natuurkunde gaat het daarbij om afgegrensde objecten. Potentiële Energie is op dezelfde manier bepaald door de plaats van een object in een omgeving. In ons lichaam is dat anders. Daar gaat het juist om de verandering tussen het ‘object’ en de ‘omgeving’. Dat kunnen we beter anders beschrijven: juist in ons lichaam zien we dat elk object deel is van de omgeving, en de mate van verbondenheid kan verschillen. Verbondenheid kan leiden tot ontbondenheid die weer kan leiden tot ontbinding: als je ontkoppeld bent van je omgeving ga je dood. (Zie ook het werk van Hans Selye). Mae Wan Ho kwam in haar speurwerk uit op de grens tussen dood en leven; materie en vrije keuze. Waar de natuurkunde kijkt naar een objectje ten opzichte van het hele universum, is een lichaam een grensfenomeen. Ten dele vrij, ten dele verbonden. De religies breken zich er de bek over hoe dat kan. Ons lichaam laat zien hoe het gebeurt. Het verlangt een andere manier van kijken: zien dat in de materie zelf, de samenhang van de materie verandert. Zoals gezegd: dat is waar de natuurkunde verschilt van de biologie. In de natuurkunde wordt gekeken naar vaste stof, materie zonde eigen wil of vrije keuze. Dat is gemakkelijker, als je natuurkunde doet. Maar het is minder makkelijk als je daarvan wat opsteken wat je helpt in je leven. Dan niet je alles wat je weet omkeren, het gaat dan niet om de verandering tussen kinetische energie en potentiële energie in het samenspel tussen objecten: het gaat dat om de verandering in de materie. Het is de materie zelf die meer vast of los wordt. Dat is waar de Kwantum Theorie voor Mae wan Ho een weg wees om het lichaam beter te kunnen begrijpen. In de Kwantum theorie wordt gekeken naar – ondermeer – hoe één elektron in een atoom van de ene omloopbaan uitkomt op een ander. Dat heet een Kwantumsprong. Het blijkt dat ons lichaam Kwantum theorie kent en gebruikt. De energie in de cellen wordt gevormd door ADP in ATP om te zetten; door een elektronenversneller, in de cel. Omgekeerd kunnen cellen ook elektronen afvangen en gebruiken. En teruggeven. (Soms gaat dat spel mis, en wat je dan overhoudt ie een molecuul zonder bijbehorend elektron; dat heet dan een Vrije radicaal.) Net zoals het in het lichaam niet gaat om het samenspel tussen een object en een omgeving, gaat het ook niet om elektronen en vrije radicalen. Het gaat om het samenspel. Het weefwerk van dansende elektronen en protonen, die samen atomen, moleculen, materialen en ons lichaam vormen. Het is dat samenspel dat vraagt om een andere manier van denken en kijken. Het is door dat samenspel dat de gezondheid van ons lichaam bepaald wordt. Mae Wan Ho laat zien dat ons lichaam is gebaseerd op dezelfde grootschalige samenhangen als in de Kwantum theorie worden beschreven. Het gaat dan niet om grote wolken van elektronen, Heissenberg Onzekerheid en Waarschijnlijkheid, maar om veranderingen in de samenhang tussen informatie en materie: het samenspel tussen levende cellen, Vrije Keuze, en Scheppingsvermogen. Zoals al gezegd: de biologie beleeft het omgekeerde van wat de natuurkunde laat zien: het gaat om de samenhang tussen de delen, niet om de delen ten opzichte van, los van elkaar. (Deze twee voorstellingen zijn overigens twee aspecten van hetzelfde: we beleven het universum, want we zijn er deel van. En we kunnen ermee omgaan, want we kunnen het bekijken. Deze samenhangen tussen het beleven van binnenuit en het bekijken van buitenaf heet Duaal. Dat is een zelfde soort van relatie als tussen elektriciteit en magnetisme. Alweer, dat was waarom Mae wan Ho de Kwantum Theorie bestudeerde om meer van het lichaam te begrijpen,. Het wordt tijd dat artsen dat ook doen: dan kunnen ze zien dat het in het lichaam gaat om de aanpassing in en aan de omgeving, volgens cybernetische kwantum processen. Zoals in de acupunctuur ook gebruikt wordt.)
Mae Wan Ho laat zien dat we de kennis van de natuurkunde buitenste-binnen moeten draaien om die voor ons lichaam te kunnen gebruiken. Het gaat niet om de samenhang tussen objecten, maar de samenhang van de objecten. We hebben niet te maken met een objectieve werkelijkheid van dode materie, maar een Kwantum Interactie waarin onze betrokkenheid de uitkomst bepaalt. Kortom: geneeskunde kan je niet ophangen aan de klassieke wetten van de dode materie: je eigen betrokkenheid bepaalt de uitkomst. Dat geldt ook voor de gezondheid en genezing van je lichaam.
Hans Selye The Stress of Life
Hans Selye bestudeerde de samenhang tussen ons levende lichaam en de omgeving, vanuit onze beleving. Hij ontdekte dat we ons aldoor kunnen aanpassen in en aan onze omgeving; of onze omgeving aan ons. Mar soms gaat dat mis. Soms lopen we tegen onze omgeving te pletter, en zien dan hoe ons lichaam de schade hersteld. Hij ontdekte dat daarvoor een heel apart systeem is: ons aanpassingssysteem. Ook ontdekte hij dat er met dat systeem soms iets mis gaat: dan hebben we aanpassingsziekten. Hij ontdekte zelfs dat daar veel voorbeelden van zijn. Reuma, kanker, en een hele serie andere ziekten zijn louter het gevolg van het verlies van balans met de omgeving. Het principe van lichaamsherstel in de genezing van wonden is gebaseerd op een eenvoudig principe: het lichaam kan de lichaamsgrenzen stellen, bijstellen, verstellenen herstellen. (Zie Mae-Wan Ho.) Het doet dit door ‘ontstekingsprocessen’. In feite zijn dit bijstellingprocessen. Net als bij onze spieren (agonist en antagonist) die een ledemaat de ene of de andere kant op kan bewegen, is het systeemherstel gebaseerd op het vermogen om een grens op te lossen of te bevestigen. Dit is de basis van de twee soorten van ziekten in ons lichaam: ontsteking of sclerose (verdichting; verbindweefseling). Om die reden beschreef Hans Selye dit principe ook in termen van Ontstekingsmediatoren (onsteking-uitlokkers) en ontstekingsremmers. Hij ontdekte dat deze fysiologische processen door hormonale sturing wordt bepaald. Interessant is dat daarbij twee soorten bijnierhormonen het resultaat bepalen: mineralocorticoïden, en glycocorticoïden. Het gaat om het verschil tussen zouten en suikers, oftewel het verschil tussen mineralen en planten (die suikers kunnen produceren). In ons lichaam zijn dat heel verschillende principes. Wij zijn om het zo maar te zeggen een samenspel tussen een mineraal, plant, dier en denkwezen. In ons komen materie, chemie, elektrische processen en bewustzijn samen. Op het moment dat we het contact met de omgeving verliezen (we raken ontkoppeld, worden ziek, en sterven) dan is het ook dat samenspel dat verandert. Natuurkunde, Chemie, Elektromagnetisme en Informatie spelen daarin samen. Dat bepaalt de verandering in het samenspel tussen bewustzijn, systeemaanpassing, fysiologie en daardoor de anatomie. “Ontsteking en Sclerose” is een andere manier om te zeggen dat het lichaam verschuif van materie naar bewustzijn; en in die verschuiving soms haar eigen samenhang kan verliezen. Daarom heeft het lichaam ook een heel waarschuwingssysteem om die verschuivingen te detecteren: stress. Bekend zijn de Fight, Flight, Fear & Faint reacties. Meestal spreekt men over het Vecht-Vlucht mechanisme, vergetend dat je voordat je iets in de buitenwereld gaat doen het in de binnenwereld al ontdekt hebt, en erop gereageerd hebt. Er is dus ook een Vrees en Verlam respons. Er is een logische samenhang tussen. Als de omgeving verandert, zal je eerst proberen er wat aan te doen. Verbouwen is een betere term dan Vechten. Als dat niet lukt is het tijd om er als een haas vandoor te gaan: Vluchten. Om een meer geschikte omgeving te vinden om je creativiteit in te uiten. Lukt dat niet dan kom je in een interne twijfel: je wil wat doen maar kan niet, je wil weg maar dat kan niet. Je schiet heen en weer tussen het een en het ander: dat heet Vrees. In principe is dat een mechanisme om andere uitwegen te kunnen vinden. Lukt dat niet, dan sluit je je af, en schuilt in jezelf: dan Verlam je jezelf om te overleven in de omgeving zoals een haas voor dood speelt bij het overvliegen van een havik. Het is dus een verschuiving van scheppend (mens), verplaatsen (dier), veranderen (plant) of veinzen (mineraal). De ontwikkelingsfasen van leven staan er tussen haakjes naast om te laten zien dat we dis eenvoudig terugvallen op eerdere ontwikkelingsfasen. Daarin kunnen we zien dat we in principe nog steeds hetzelfde zijn als alle andere vormen van leven. Ook in ons lichaam is dat te zien: ons bewustzijn, ons animale (spier/dier) systeem, met alles wat daarbij hoort. Ons vegetatieve (plant/vertering) systeem. En de Minerale basis waarvan onze cellen ons lichaam vormen. In ons lichaam is er steeds een samenspel tussen deze ‘principes’; en wat Hans Selye vond is dat ons gevoel de hormonen vrijmaakt waardoor we ons aanpassen in de omgeving. Met gedrag naar buiten toe (Verbouwen, Vluchten, Vrees, Verlamd) of aanpassing van het lichaam (sclerose of ontsteking). Met als enige doel om de balans in de omgeving te bewaren. Dit hele aanpassingproces, en aanpassingssysteem, kunnen we voelen. De spanning tussen de samenhang van ons lichaam en de samenhang in de omgeving noemen we stress. (Zie ook wat Mae Wan Ho vond over beweging en stilstand; vrije en gebonden energie in je lichaam.) We beleven stress niet alleen in ons lichaam, maar ook in ons denken. (Zie ook wat Bruce Lipton vond over de manier waarop onze cellen daarmee omgaan.) Denken is in principe het resultaat van alle communicaties tussen onze levende cellen. We denken in die zin niet zelf, maar onze gedachten komen in ons omhoof: we lezen als het ware mee in wat de cellen met elkaar bespreken. (Het verhaal van de Bhagavad Geeta gaat in principe daarover. Ons bewuste denken is niet eer dan de ruiter; het eigenlijke denken zelf gebeurt in ons lichaam, in direct contact met de omgeving.) Het werk van Hans Selye is fascinerend omdat het in simpele termen uitlegt dat ons lichaam in een veranderde omgeving zich nieuwe grenzen stelt, via lokale aanpassing of algemene aanpassing (hij noemde dat LAS respectievelijk GAS). LAS, Local Adaptation Synrome, is een plaatselijke aanpassing van het systeem. GAS. General Adaptation Syndrom beschrijft een aanpassing van het systeem als geheel. Het is op dit niveau dat chronische ziekten ontstaan. En het is op dit niveau dat je er zelf wat aan doen kan.
Hans Selye leert dat we een aanpassingssysteem hebben, en dat dit kapot gaat als we het niet goed gebruiken. Hij wijst op het belang van leefstijl en de rol van ziekte: als je ziek bent, is er iets fout met je leefstijl. Los het op..
Herbert Fröhlich
Valery Hunt
Mantak Chia
Mantak Chia heeft grote bekendheid gegeven aan de oude Taoïstische technieken van zelfgenezing. Het hielp zijn bekendheid dat hij vanuit New York uitleg gaf over de Taoïstische beschouwing van seksualiteit ... De oefeningen die hij beschrijft (en in zijn films voordoet) zijn directe combinaties van ademhaling en aandacht. Het richt het gevoel op het functioneren van het lichaam. Dat is ook het basisrecept van alle religies voor zelfgenezing. In meerdere boeken beschrijft hij recepten voor zelfbeleving met aandachtspunten van het lichaam. Dat is letterlijk. De interne integrale circulatie (inwendige kosmische kringloop) is een aandachtoefening waarbij de gedachten stelselmatig de midlijn van het lichaam langslopen. De eerste keer dat ik het deed, zittend in de zon, was ik verrast dat mijn huid niet verbrandde. Voor degenen die er ervaring mee hebben heeft het meer verrassende (en verblijdende) effecten. In de vele oefeningen die hij beschrijft zijn de activiteiten zelf aldoor simpel. Het is niet altijd gemakkelijk om de oefening direct goed te kunnen doen.
|