SIGLogo(t)
Ademen

Herinner je je wanneer je ademhaalles kreeg?
Nee?

Je eerste ademteug als baby, na je geboorte, was misschien het enige. Met een groepje van omstanders die vol ontzag zeiden: “Ah, gossie, het leeft!”.

Op school is er geen bijles Ademhalen. Geen nablijven wegens Ademloosheid. We leren niet ademen.
Dat is lastig. Want veel mensen weten zo niet hoe je met ademhalen veel ziekten in je lichaam kan genezen.
Via ademhaling ‘breng je weer rust in de tent’, “kom je weer op adem”, en gaat er weer “een frisse wind” door je eigen beleving.
Ademen brengt zuurstof in je lichaam. Phil Callahan legt uit dat zuurstof paramagnetisch is: het ordent informatie. Dat is natuurlijk handig, voor ons lichaam. En je leven.

In veel culturen is ademhaling bestudeerd. Er zijn veel verschillende ademhalingstechnieken. Soms is ademhalen zover bestudeerd dat er een soort van alfabet en taal voor is ontwikkeld. PranaYama, een onderdeel van Yoga, is daarvan een voorbeeld. Daarin zijn verschillende ademhalingsoefeningen beschreven die je elk op zich kan oefenen, zoals we op school oefenden in het schrijven van letters.

Dat zijn pittige oefeningen, en je moet goed voelen wat je doet. Want net als bij de mantras (het maken van klanken in het lichaam) heeft het een gericht en diepgaand effect. Door ademen beweeg je je longen, je middenrif, en daardoor je organen. Buikademhaling masseert je organen, en verzorgt een betere doorbloeding. Net als bij darmspoeling komt daar soms bloed in beweging dat al een tijdje minder circuleerde. Daardoor voel je je soms anders. Ook dat gaat voorbij... De essentie is dat je door ademen, en ademen alleen al, je heel anders kan voelen. Op de volgende bladzijden zijn in plaatjes een aantal ademhalingsoefeningen gegeven. Probeert het eens uit. Ontdek wat het voor je doen kan. Vooral de buikademhaling is praktisch als de TV je weer volstort met geweld... Je blijft beter bij je eigen gevoel; ook in andere omstandigheden is dat soms handig.

 

PLAATJES

Ademhalingsoefeningen

De volgende ademhalingsoefeningen zijn allemaal heel simpel.
Ze zijn zo effectief omdat ze ons voelen verbinden met ons lichaam.

Door mee te doen aan wat het lichaam doet ontstaat een natuurlijke verbinding tussen Lichaam en Geest.
In Sanskriet heet dit daarom Panayama (Prana; leven/bewustzijn; Yama: dood/materie)

Door het lichaam aandacht te geven komt het tot leven.
Ademhaling is een eenvoudige methode, met diep effect:

Via de aandacht gaan we in op de ademhaling, waardoor we de natuurlijke lichaamsprocessen beter ervaren.
Vanuit de ademhaling komt het hartritme in nieuwe balans.

Daardoor kunnen de darmen, en organen, beter functioneren.
Waardoor de cellen van het lichaam vitaler worden.
Dit is 'het tot leven brengen van materie’ ( het fysieke lichaam) door bewustzijn.

De ademhalingsoefening is daarmee tegelijk een bewustzijnsoefening: van lichaamsbewustzijn en zelfbewustzijn.

Ademloos

De uitgangsoefening is erg eenvoudig:

  • Adem in – en stop dan met ademen.

Als dit niet lukt, probeer dan het volgende:

  • Adem uit – en stop met ademen.

Dit is de meest directe oefening om de betekenis van de ademhaling te beleven.

Het laat ook zien dat we onze ademhaling bewust kunnen controleren; en toch ook niet. We kunnen onze ademhaling stopzetten, om dan te ontdekken dat ons lichaam daar haar eigen zeggenschap over heeft, en de ademhaling eenvoudig weer aanzet.

Dit is direct ook de hele essentie van de ademoefeningen: het is een plaats waar bewustzijn en reflexen elkaar ontmoeten. Het is een gebied waar we kunnen zien en beleven dat ons lichaam haar eigen weten en wijsheid heeft en beleeft. We leven in een lichaam, bij de gratie van een lichaam (zoals dat dan heet). Ons lichaam heeft een eigen weten (Prana) waar wij geen weet van hebben (Yama), dat ons leven en onze gezondheid bepaalt.

Ademhalingsoefening, zelfs zo simpel als deze, helpen dat te beleven; en om van ons lichaam te leren hoe het leeft en functioneert.

Bewust ademen

In het inademen en uitademen hebben de meeste mensen een onnatuurlijke adembeweging.

De meeste mensen hebben nooit bewust over hun ademhaling nagedacht. Het gevolg is dat ze ademen zoals ze denken dat goed is.
Dit betekent meestal dat ze niet verder nadenken over hun ademhaling.

  • De meeste mensen worden door hun reflexgedrag beademd.

Op zichzelf gaat dit meestal goed. In de baarmoeder hebben we geen ademhaling nodig: onze navelstreng levert direct met zuurstof aangerijkt bloed, vanuit de placenta.

Zodra we zijn geboren schakelt onze ademhaling in, en schakelt onze bloedcirculatie over van een circulatie via de navel naar een circulatie via de longen. Het hart krijgt daarbij een andere functie, en de ductus Botalli, de opening tussen de twee hartkamers, sluit zich. Onze ademhaling verzorgt vanaf dat moment de zuurstoftoevoer naar ons lichaamscellen.

Vanaf de eerste ademhaling wordt het ademhalingsritme door reflexen verzorgt. De lichaamsmeridianen spelen daarin een bepalende rol. De voeding, lichaamsbeweging, contact met de omgeving, vermoeidheid en ontspanning zijn medebepalende factoren. Lachen en schrikken hebben direct effect op de ademhaling, en over de jaren heen ontwikkelt iedereen een ademhalingsbeweging al een soort van lappendeken van momentane reflexen. Het gevolg is dat veel mensen een ademhaling hebben die te kort is of te lang, te snel of te langzaam, zonder dat ze dat ooit merken. Het is pas wanneer zulke mensen ademoefeningen gaan doen dat ze merken dat mettertijd hun ademhaling lichter en gemakkelijker verloopt, en dat ze zich fundamenteel beter voelen.

  • Doordat reflexen vanzelf gaan, vallen ze ons niet meer op.

Wat wel opvalt als iets niet meer verloopt volgens de geconditioneerde reflex: het voelt dan onnatuurlijk. Dit is met elk reflexgedrag het geval.

Vaak zijn onze reflexen echter zelf niet meer natuurlijk: ze zijn geconditioneerd door omgevingsfactoren, of andere personen, zonder directe relatie met ons lichaam. Het gevolg is dat ze onze natuurlijke lichaamsritmen hebben verstoord. Lachen en huilen – zoals baby’s dat doen – zijn belangrijke hulpwegen om de natuurlijke ademhaling te herstellen. Zoals je uit eigen ervaring zult weten: lachen en huilen lijken veel op elkaar. Lach maar eens en huil maar eens.

In Lachen is de uitademing vaak meer bepalend. In sommige vormen van huilen ook. Doordat in lachen en huilen het ademhalingsritme sterk kan variëren kan langs die weg een ademhalingsritme weer worden hersteld: het lichaam maakt korte en langen ademhalingen, en kan zich instellen op een nieuw gemiddelde, dat vanaf dat moment verder wordt beleefd.

  • Vaak is het nodig om de ademhaling opnieuw te trainen.

Mensen die – door welke omstandigheden ook – een reflex hebben ontwikkeld waardoor ze te oppervlakkig of te langzaam ademen, krijgen te weinig zuurstof in hun lichaam. Hun lichaam kan daardoor verzuren, waardoor ze overgevoelig worden voor ziekten en infecties. Ook te snel ademen kan daar toe leiden, in dit geval meer door uitdrogen van de slijmvliezen van de neusholte en longen. Het lichaam is opgebouwd uit een systeem van samenhangende reflexen en balansen. De technische term is ‘gekoppelde systemen’. Door deze systemen te leren onderkennen en begrijpen is het lichaam vanuit haar basis te helen.

  • Vandaar ook het diepe effect van ademoefeningen (PranaYama).

De volgende oefeningen grijpen in op de geconditioneerde reflexen. De herinneringen waardoor die reflexen werden geconditioneerd worden aangesproken door de (ogenschijnlijk) simpele oefeningen. Het is niet van belang welke gevoelens opkomen tijdens of na de oefeningen: die reacties zijn het gevolg van het luxeren (reactiveren) van reflexen. Wat wel belangrijk is, is dat nadat die gevoelens zijn opgekomen en geaccepteerd, de ademhaling weer veel meer vrij is in haar eigen beweging. Dat leidt tot een beter, lichter en vervulder gevoel.

In en uit ademen

Ook deze oefening is simpel:

  • adem in en adem uit.

Dat doe je al een leven lang.
Maar weet je ook hoeveel tijd je in je leven aan ademhaling besteedt?

  • Adem in en tel je hartslagen.
  • Adem uit en tel je hartslagen.

Als je je hartslagen (nog) niet direct in je lichaam kan voelen, dan kan je die voelen aan de pols of aan je hals.

Mettertijd, met oefening, zal je merken dat je je hartslag in je hele lichaam kan voelen. Je merkt dan vanzelf ook dat je daardoor meer van je lichaam kan voelen. Dit is de basis van pranayama: door ademhaling (zelf)genezen.

In en uit ademen (2)

Deze oefening is uit te breiden:

    Adem in en voel waar in je lichaam je je hartslagritme het beste kan voelen.
    Adem uit en doe hetzelfde.

Het kan heel lekker zijn om 5 of 10 minuten of meer zo de ademhaling te voelen.

Met wat oefening is de hartslag op veel plaatsen in het lichaam te voelen.
Daardoor komt de doorbloeding op veel plaatsen in het lichaam ook beter op gang.

In en uit ademen (3)

Het kan zijn dat hierbij vreemde gevoelens zijn te ervaren.

Dit is normaal.

Die gevoelens waren er altijd al.

Je was je er alleen nog niet van bewust, omdat je het nog geen aandacht had gegeven.

Vergelijk het met het tintelen van je vingers na het buitenlopen in de winter. Je had niet gemerkt hoe je circulatie was afgenomen. Pas als die weer toeneemt krijg je door wat er gebeurt.

Zo ook bij dit simpele ademen: er komen gevoelens omhoog, die dan weer voorbijgaan.

In en uit ademen (4)

Het enige wat je daarbij zelf doet is het ademen aandacht te geven.

Interne Ademhaling

Kijk eens wat er gebeurt als je de buikademhaling en borstademhaling combineert.

  • Adem in, volop in:
    Bekken vol,
    buik vol,
    borstkast vol,
    schouders en hoofd vol.
  • Hou dan de adem vast.
    Blokkeer de keel en adem voorlopig niet meer uit.
  • Trek ondertussen de buik in; laat de lucht naar de borstkas gaan laat de borstkast maximaal zwellen.
  • Breng daarna de buik naar voren; laat alle lucht naar de buik gaan en laat de borstkas maximaal samendrukken.

Herhaal dit, heel rustig, meerdere maken.

  • Breng dan de lucht naar boven naar de borstkas en adem rustig uit.
  • Herhaal deze oefening driemaal of vaker

Je zal merken dat je ‘adem langer meegaat’. Je kan langer zonder adem, doordat je de ademlucht beter gebruikt.

In het op en neer pompen van de lucht van buik naar borst en terug, trek je het diafragma omhoog en omlaag. Daardoor wordt de diafragma spier heel goed getraind. Ook wordt tegelijkertijd het bloed in de buikorganen doorgepompt door de toegenomen buikdruk en longdruk. Dit helpt bij het doorstromen en oefenen dan de interne organen.

    Deze oefening noem ik vaak Boeddha-Tarzan.
    Het beeld van een Buddha-buik, en Tarzan-borstkas.

Eerst adem je een boeddha buik, dan een borstkast, heen-en-weer om het diafragma (middenrif) te trainen.

Tellen van de hartslag

De tweede oefening is al even simpel.
In de eerste oefening heb je de hartslag al geteld.

In deze tweede doe je dat weer, maar let deze keer op het aantal slagen bij inademen en uitademen.

  • Tel de inademing; hoeveel hartslagen duurt die?
  • Tel de uitademing; hoeveel hartslagen duurt die?

Tellen van de hartslag (2)

Misschien merk je dat je inademing niet zo lang is als de uitademing.

  • Wat is het verschil tussen de inademingduur en de uitademingduur?

De verhouding tussen inademing en uitademing is een diagnostisch gegeven.

  • Mensen die korter inademen ‘snakken naar lucht’: de stellen een nieuwe luchtvoorraad direct veilig. Omgekeerd houden ze de uitademinglucht dus ook langer vast. Ze blazen zich als het ware steeds op.
  • Mensen die korter uitademen ‘blazen de wereld steeds weg’. Het is alsof ze steeds afstand nemen van de omgeving.

Het verschil tussen beide kan je aan den lijve ervaren: keer de verhouding tussen inademingduur en uitademingduur maar eens om.

  • Voel hoe je lichaam daarop reageert

Dit lijkt een simpele oefening maar is het niet meer: door het verleggen van je ademritme worden veel ritmen in je lichaam verlegd.

  • Deze oefening werkt het best als je erna niet direct iets hebt te doen.

Door de oefening rustig te doen kan je ervaren hoe hierdoor je lichaamssamenspel verandert: ons lichaam is één geheel van verweven processen.

  • Let op de veranderingen in je lichaam: temperatuur, vochtigheid, opwellende oude emoties enzovoort.

Wat gebeurt, gebeurt - als logisch gevolg van het verleggen van je reflexmatige ritmen. Wat er ook opkomt of afloopt is louter het gevolg van de verandering in ritme; mettertijd ebt het weer weg. Mar tussentijds kan je veel van je lichaam leren, vooral over oude verstopte verstokte reflexen.

Tellen van de hartslag (3)

Misschien merk je zelfs dat je inademing niet zo lang is als die ervoor of erna.

Het kan best zijn dat je merkt dat je ademhaling, terwijl je die telt, langzamer, dieper, en rustiger wordt. Dit is een direct effect van het samenkomen van je ademhaling met je aandacht.

Dit lijkt eenvoudig maar is het in feite niet:

Dit is waar je met je aandacht gaat ingrijpen op het functioneren van het lichaam.

Dit gaat alleen goed (i.e. effectief en schadevrij) als je eerst hebt leren luisteren naar het lichaam.

Des te meer je het lichaam zelf aan het woord laat, en leert begrijpen, des te meer begrip krijg je voor je lichaam en hoe je erop ingrijpt.

Tellen van de hartslag (4)

Mogelijk merk je dat tijdens het tellen van je ademhaling, niet alleen de ademhaling langzamer wordt, maar ook de hartslag.

Dit is een basaal mechanisme: de verhouding tussen ademhaling en hartslag is varabel constant. De verhouding blijft globaal dezelfde, ook al kan die ver uiteenlopen.

De hartslag/ademhaling verhouding heeft daarmee diagnostische waarde, net zoals de inademing/uitademing verhouding dat heeft.

Spelen met tijd

Als de ademhaling langer maakt, merk je vanzelf dat je in een ander lichaamsgevoel komt.

Zoals langen en huilen met verschillende gevoelens zijn geassocieerd zijn verschillende vormen van ademhaling dat ook. Lachen en huilen zelf hebben ook markante eigen ademhalingspatronen. Door in de vorm van ademhaling te gaan die kenmerkend is voor langen en huilen, zijn de emoties zelf ook te luxeren (op te roepen). De verschillend in de ademhalingsvormen ligt vooral in verschillen van ritme.

Met ritme kan je spelen. Met diepgaand effect: door de ademhaling te veranderen verandert het hartritme, daardoor de darmdoorbloeding, daardoor de celvitaliteit.

Spelen met de ademhaling heeft daardoor potentieel een diep helend vermogen: als celvitaliteit is te veranderen, dan geldt hetzelfde voor de vitale gezondheid van de cel: cellen zijn gericht te genezen. Maar, zoals gezegd, dat gaat niet direct. Om zo diep met ademhaling te kunnen werken is de bewuste ademhaling met onderbewuste hartslag met onbewuste darmperistaltiek met buitenbewuste celdynamiek te verbinden. Vergelijk het met dieet: als je anders gaat eten val je niet zomaar af. Het gaat erom dat je lichaamsreflexen zelf in een nieuwe samenhang komen: in een nieuwe balans. Met ademhaling is hetzelfde het geval: denken, voelen, willen en zijn moeten eerst weer met elkaar worden verbonden. Bij de meeste mensen is die samenhang erg ontkoppeld. Vaak handelen mensen vanuit hun wil en emoties, in plaats van uit vertrouwen en gevoel. Vaak kennen ze niet eens het verschil. Door met het ademhalingsritme te spelen is het eigen gevoel te herstellen, en is weer vanuit vertrouwen te leven.

Een waarschuwing is echter op de plaats; in feite gaat het om het verschil tussen kultuur en natuur.

Mensen die geleerd hebben om vanuit hun wil met controle programma’s te werken, hebben vaak ook geleerd om hun gevoel te ontkennen. Wat zij kennen als gevoel, is meestal emotie. Het verschil tussen gevoel en emotie is als volgt te benoemen:

Gevoel is open, in openheid verbonden met de omgeving: spanningsloos, ontspannen.

Emotie is afgesloten, terugvallend op eigen beleving in het verleden. Het is gespannen met een gevoel van spanning.

Via de ademhaling is het verschil te leren herkennen. Daardoor verandert emotie ook weer in gevoel; afgesloten-beslotenheid in openheid, spanning in ontspanning.

Zodra het gevoel van plezier en genoegen wordt vervangen door ‘moeten’ en ‘verplichting’ hebben deze oefeningen geen zin. Ze zijn dan ondergeschikt geworden aan een ziekmakend systeem: van de mensen in controle over zichzelf en de omgeving. Kultuur vernietigt natuur... Het spelen met lichaamsritmen moet perse vanuit het lichaamsgevoel worden gedaan.

Er zijn twee manieren om met de tijdfactor in het ademhalen te spelen: de ene is natuurlijk en volgt het ritme van het lichaam. De andere ontkent het eigen lichaamsritme en is daardoor in effect tegennatuurlijk.

Het verschil tussen beide is belangrijk, en in de volgende oefening goed te voelen.

Het is van belang om altijd met de natuurlijke variant te eindigen; dus om te eindigen in het ritme van het lichaam.

Uitgaande van de vorige oefening: tel de ademhaling:

  • De inademing is hoeveel hartslagen lang?
  • De uitademing is hoeveel hartslagen lang?
  • Kijk wat gebeurt wanneer je de inademing langer maakt; korter maakt.

Maak de ademhaling eerst langer en dieper.

Kijk of je zonder de ademhaling te forceren de tijd van inademing kan verlengen door dieper te ademen.

Kijk of je daarna de ademhaling kan verlengen door rustiger te ademen.

Kijk daarna of je de ademhaling nog verder kan verlengen door volop door te ademen, en de buik en borst totaal te gebruiken.

Maak de ademhaling eerst korter en oppervlakkiger.

Kijk of je zonder de ademhaling te forceren de tijd van inademing kan verkorten door sneller te ademen.

Kijk of je daarna de ademhaling kan verkorten door minder diep te ademen.

Kijk daarna of je de ademhaling nog verder kan verkorten door minder te ademen, en de buik en borst zo min mogelijk te gebruiken.

Adem daarna weer langer, dieper, voller, om het lichaam weer goed te ventileren.

  • Laat daarna de natuurlijke ademhaling zich weer herstellen.

Gulden Snede Ademhaling

Als natuurlijk vervolg op de vorige oefening, is deze te proberen.

Alweer, let op dat het eigen lichaamsritme centraal staat.

  • Adem eens in het ritme van de gulden snede: 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, ...

De gulden snede is de spiraalvorm waarbij de binnenkant en buitenkant met elkaar in balans zijn, en waarbij elke volgende fase de vorige fasen in hun samenhang voortzet en herhaalt. (In de rekenreeks is elk volgende getal de som van de twee getallen ervoor.)

  • Tel hetzelfde aantal hartslagen voor de inademing en de uitademing; ga dan over naar het volgende aantal in de reeks.

Adem eens in: 1 hartslag, dan weer (1), dan 2, 3, 5, 8, 13, 21, ... en daarvandaan weer terug naar 1.

Je zal merken dat als je de ademhaling terug hebt gebracht tot 1 hartslag dat je lange tijd zonder ademhaling kan doen. (Vaak lukt het om 21 ademhalingen of meer niet te ademen; en is de gulden snede ademhaling vanaf 21 weer op te pakken, en weer terug te gaan naar 1, 1.)

Doorgaande ademhaling

Let in de volgende ademhaling eens meer gericht op wat er gebeurt tussen twee ademhalingen in.

Je hebt al ervaring in het tellen dan de ademhaling.

Maar door even lang in te ademen als uit te ademen lijkt het erop alsof de ademhaling een boemeltrein is die heen en weer haat; dat is niet het geval.

  • Adem maar eens 5 tellen in, en kijk hoe lang het mogelijk is om niet te ademen.

Net als bij de eerste oefening merk je dat de ademhaling vanzelf weer op gang komt.

Net als bij de eerste oefening is dat ook het geval als je eerst uitademt, en dan niet ademt.

  • Adem maar eens 5 tellen uit, en kijk hoe lang het mogelijk is om niet te ademen.

Je merkt vanzelf dat je rustig niet kunt ademen: vanzelf komt de ademhaling weer op gang.

  • Je kan dan weer tellen hoelang je inademt totdat je longen vol zijn.
  • En tellen hoe lang je niet hoeft te ademen.
  • En weer tellen hoelang je uitademt totdat je longen helemaal leeg zijn.
  • En weer tellen hoelang je buiten adem kan zijn.

Vermoedelijk ontdek je vanzelf dat je heel gemakkelijk een vierkante cyclus van ademhaling hebt: je kan net zolang inademen, als niet ademen, als uitademen, als niet ademen.

Dit is een interessante oefening: als je deze wat vaker hebt gedaan merk je dat je de ontspanning van de uitademing al begint te voelen voordat de uitademing zelf nog is begonnen. Je ontdekt als het ware dat er achter de ademhaling zelf, nog een diepere ademhalingbeweging is, die aan de ademhaling zelf voorafgaat.

Dit is gemakkelijker te voelen dan te beschrijven.

Interne Kosmische Kringloop

Zoals je in de vorige oefening hebt gemerkt, kan je de ademhaling al voelen beginnen voordat die nog begint.

Als je tussendoor de Interne Ademhaling nog eens hebt gedaan zal je al hebben ontdekt dat er tussen die twee een overeenkomst bestaat. In de volgende oefening worden beide gecombineerd. (Mankak Chia heeft een versie hiervan beschreven als De Interne Kosmische Kringloop.)

  • Adem in, vanaf je perineum: het zadelpunt tussen beide benen.
  • Laat dan je buik naar voren komen: eerst bij je schaambeen, dan je navel, dan je middenrif.
  • Zet te beweging voort in het opzwellen van de borstkas, van middenrif naar hartstreek naar bovenaan de keel.
  • Ga zelfs dan nog door, de schouders, de mond, neus, tot bovenaan de kruin. (Dit is niet ‘bij wijze van spreken’: we hebben een schedelademhaling die voor ons van groot belang is).
  • Adem dan in, vanaf je kruin op je schedel, je achterhoofd en je nek.
  • Lat de schouders zakken, schouderbladen, de ribben van je rug en je flanken.
  • Laat dan je buik samentrekken, van boven naar beneden tot aan je bekken.
  • Trek je billen en anus samen, tot en met je perineum. Totdat je hele lichaam weer leeg is.

Doe deze ademhaling zeven keer: je kan op je vingers tellen in welke ademhaling je bent, want in het ademen vergeet je vaak elk gevoel van tijd, en tellen.

  • Laat je eigen ademhaling zich daarna weer herstellen.

Ademen met gevoel

De volgende oefening is ook in het werk van Maktak Chia te vinden; daar heet deze Smiling Down. Het ademt een glimlach naar het hele lichaam.

  • Adem in met een glimlach op je mond: adem de glimlach in, in je lichaam.
  • Adem de glimlach ook uit naar de lucht, naar je omgeving.

Je weet vermoedelijk al dat in een zaal met mensen we aldoor de lucht samen delen. De lucht die de ene inademde was iets ervoor nog in een andere. De waterstof die de ene uitademt was ervoor nog deel van het water van de ene of andere cel in het lichaam. Wat later adem je die in, en brengt het water daarmee weer in je lichaam, in één of andere cel.

Wat je vermoedelijk ook al weet is dat wat je denkt en voelt je lichaam bepaalt. Als je je opwindt wordt je lichaam gespannen; als je je ontspant wordt je lichaam meer soepel. Degenen die ervaring hebben met hypnose weten dat gevoel je lichaamsfunctioneren sterk bepaalt. Elk gevoel is gekoppeld aan een uitscheiding van hormonen die het interne lichaamsklimaat bepaalt. Hormonen zijn een luxe artikel: het is belangrijk dat je beseft wat je denkt en voelt, dus wat je – via je hormonen – je lichaam aandoet.

In deze oefening wordt het bewust en omgekeerd gedaan: het inademen van een glimlach naar alle organen.

  • Adem rustig, ontspannen, geniet, en glimlach.
  • Adem de glimlach in naar je mond, tong, wangen en tanden.
  • Aden de volgende ademteug de glimlach in naar je wangen en voorhoofd.
  • Adem de volgende glimlach in naar je haren, op je kruin en achterschedel
  • Adem je glimlach in naar je nek, en je hoofd als geheel, tot je oren en kruin.
  • Adem je glimlach in naar je schouders, en armen, handen en vingers.
  • Adem je glimlach in naar je longen; laat die doortrekken tot diep in je longen.
  • Adem je glimlach in naar je hart; voel hoe je hart erop reageert.
  • Adem je glimlach in naar je maag en milt, net rechts achter onder je ribben.
  • Adem je glimlach in naar je lever en galblaas, net rechts achter onder je ribben.
  • Adem je glimlach in naar je darmen. Mogelijk dat je dit (na wat oefenen) direct kan voelen.
  • Adem je glimlach naar je nieren. Mogelijk voel je een verandering door ontspanning.
  • Adem je glimlach naar je genitalia en heupen.
  • Adem je glimlach naar bekken en benen.

Het is een stelselmatig genieten van ademen, en voelen, waarbij je je hele lichaam doorvoelt.

Met wat oefening merk je dat je steeds meer kan voelen; en dat je lichaam steeds meer (direct) reageert.

 

Ook hier komen soms wat ongewone of ongedurige gevoelens omhoog. Alweer, dit is een ontdooiingeffect, dat vanzelf weer voorbij gaat.

Ademen met Qi

Deze oefening combineert de ervaring van het ademen met gevoel, en de ]kosmische kringloop.

De oefening is alweer simpel.

Het gaat alweer om het combineren van de ademhalingsbeweging met aandacht.

Het is de gerichte aandacht naar/in het lichaam, die het effect bepaalt.

Het volgende richt zich op het voelen van Qi.

Qi, of Ch’i, of Tsjie, (als in “hatsjie”) is de informatie-energie van het lichaam.

(De samenhang van ons lichaam wordt zorgvuldig gereguleerd door het lichaam. Daarbij informeren alle delen van het lichaam elkaar. Deze informatiestroom gebeuren via Qi. Deze Qi is te voelen; en het is mogelijk deze Qi te leren kennen en begeleiden, te sturen, en daardoor te gebruiken voor/bij genezen).

  • Adem rustig in naar de buik; net onder de navel.
    (Als je je duim gekromd in je navel legt, gaat het om het gebied net achter je hand diep in je buikholte.)
  • Laat de lucht daar rustig opwarmen
  • Adem uit door de benen, voetzool en tenen
  • Herhaal dit, en adem uit door je armen, handpalm en vingers
  • Herhaal dit en adem uit door voeten en handen en haren

Direct (anders mettertijd) kan je voelen dat er een ‘stroom’ loopt van je buik naar je voeten, dan wel handen.

Het kan zijn dat je in het doen van deze oefening andere dingen ervaart: tintelen, kriebelen, spierschokjes.

Misschien dat je benen of armen of lichaam tussendoor een beving doormaakt, terwijl de spierspanning zich reguleert.

Het effect van deze oefening gaat dieper in op het lichaam dan waar veel mensen mee bekend zijn.

  • Doe de oefening rustig, en langzaam.
  • Maak de oefening altijd af.

(Afbreken van de oefening leidt ertoe dat een mogelijk gevoel van ongemak waarmee je op dat moment bezig was als resteffect blijft hangen in het lichaam.)

  • Zorg ervoor dat je de oefening afsluit met een goed gevoel in je hele lichaam.

De essentie van al deze oefeningen is dat je de lichaamsademhaling reflexen herprogrammeert, tot gezonde functionele reflexen.

Daarbij worden oude a-functionele reflexen geactiveerd: aangezet en omgezet, en uitgezet: door functionele adembewegingen vervangen.

De oefeningen zijn bedoeld om de weg daarvoor vrij te maken door de ademhaling over het hele bereik heen te trainen.

Ohhh & Ahhh

Het spelen met het ademhalingsritme – vooral het gericht tot rust brengen da de Ademhaling (dus hartslag (dus darmperistaltiek (dus celvitaliteit) gaat gemakkelijker door de stem daarbij te gebruiken.

De stem functioneert dan als een hoorbare terugkoppeling over de gelijkmatigheid van de ademhaling.

  • Via de klank is te horen op de ademhaling zich versnelt of hapert.
  • In de klank is te horen of de spieren die de ademhaling bepalen goed samenwerken. En of er in hun samenspel ‘wat hapert’.

 Ahhhhh

Om de spierspanning/-ontspanning beter te kunnen horen is de Ahhh klank het handigst.

Dit is een wat schraperig ademhalingsgeluid dat ontstaat door de keel iets dicht te knijpen, al bij het gapen, waardoor met een wat hijgend geluid de luchtbeweging is te horen.

Via deze klank is de keelspanning direct te horen (want daar is waar de klank wordt gemaakt) en de spierspanning van de adembeweging(want dat is wat de luchtdruk opbouwt voor het maken van de klank).

Door de tegendruk die ontstaat, door het zachtjes aanspannen van het strottenhoofd, is het mogelijker om langer uit te ademen.

Daardoor ontstaat een rustige ademhaling.

Met de ogen dicht, of halfopen, is een meer gerichte aandacht op het luisteren naar de klank te bereiken.

  • Zit ontspannen, rechtop
  • Adem rustig in, diep, vol, compleet
  • Sluit het strottenhoofd iets, opdat een wat ruwe “HHHH” klank ontstaat.
  • Adem rustig volledig uit.

Herhaal deze oefening; neem gerust een kwartier of langer de tijd.

Tel anders 19 ademhalingen op deze manier.

Ohhhh

De vorige oefening is ook te doen terwijl er een klank bij wordt bemaakt: een resonante “O”.

In deze klank is de mond en borstkast open.

  • Zit ontspannen, rechtop
  • Adem rustig in, diep, vol, compleet
  • Open het strottenhoofd opdat een volle “OOOO” klank ontstaat.
  • Adem rustig volledig uit.

mmmmAEIOUMMMM(nnnn)

De vorige oefening is ook te doen terwijl alle klinkers van het alfabet worden gebruikt.

Door, achter elkaar, de A E I O U te laten klinken wordt niet alleen het strottenhoofd anders gebruikte, maar is in het lichaam ook te voelen dat andere gebieden resoneren: buik, flanken, ribben, borstbeen schouders.

Als in een draaiende beweging gaat de klank door het lichaam heen van onder naar boven.

Door de beweging te beginnen met een gonzen in de buik (mmmm) is het gemakkelijker de klank alvast aan te zetten voordat die (A) naar buiten wordt gebracht.

Door aan het eind de mond langzaan en zachtjes te sluiten ontstaat weer een M-klank, die door het hoofd heen omhoog is te leiden door een “N” te denken. De nasale (neus) klank.

NavLeft NavUp NavRight
[Zelfgenezen - Doe Het Zelf] [Doe Het Zelf] [Overzicht] [Handboek] [ZelfGenezing] [1 Wat is je Lichaam?] [2 Gezondheid, wat is dat?] [3 Genezen, hoe werkt dat?] [4 Zelfgenezing] [Wiki] [Cursusaanbod]

SIG-zaait
SIGLogo2
Opgericht 12 februari 2002
KvK Amsterdam 34175768

Voor Donaties:

Postbank rekening 7234993 t.n.v. SIG

of via PayPal: