Het plaatje wat de wetenschap (de kosmologie) momenteel biedt is als volgt:
De basis van alles is Niets. Dat niets heet de fase ruimte. Die faseruimte werd ontdekt door het bestuderen van materie.
Materie bleek te bestaan uit moleculen, die weer bleken te bestaan uit atomen, die bleken te bestaan uit een samenspel van trillingen, van fase. De (Super String, Veld) theorie wordt daarvoor momenteel nog verder ontwikkeld.
De basis van materie is dus immaterieel. Dat wat we kennen is in basis alleen een samenspel van trillingen. Dat samenspel noemen we informatie. Trilling in formatie, heet schepping.
Daarin zit een leuk woordspel. “Informatie in formatie”. Want het gaat tegelijkertijd over trilling die in samenhang beweegt. (Zoals vogels, die in formatie vliegen.) En tegelijkertijd gaat het over voortgaande veranderingen (in formatie) in dat patroon van samenhang in die trillingsbeweging.
In de natuurkunde wordt dat samenspel (ten dele) in hologramtheorie beschtreven: het samenspel van rust (vaste trilling,laser) en beweging (verstrooiing, golfveld).
Kosmologie is de wetenschap van de beschrijving van het ontstaan van het universum. uni-versum; één trilling.
Leuk om te weten is dat dit dus een gedeelte is van de wetenschap waar niets herhaalbaar, voorspelbaar, of verifieerbaar is. Want er is maar één universum. Het is nog steeds in ontwikkeling. Er staat niets buiten het universum wat het kan ‘observeren’. En het is niet verifieerbaar; alleen subjectief beleefbaar.
De Kosmologie biedt het volgende beeld van ontstaan van dit universum.
- Eerst was er Niets: de faseruimte die niet materieel is. Een vorm van pure (fase) informatie. (Dit is wat in wis-kunst wordt beschreven. Religies noemen dit God.)
- Dan is er een organisatie van informatie: samenhangen zijn te zien, zonder dat daarin nog een samenhang te zien is. Dit noemt met het “Kosmisch Gas”.
- Vervolgens is er een condensatie van gas, en vormen zich druppels: “Sterren”. De Zon is daar één van.
- Tenslotte is er een uitgewaaierde sliert van Zon gekristalliseerd, in de vorm van “Planeten”. De Aarde is daar één van.
De oorsprong van je lichaam ligt in dat “Niets” wat hierboven genoemd werd. In de Kosmische Gas wolk was er een samenspel van ionen: zoals elektronen en protonen. Daartussen was er een gedurige lading ontlading. Die is door veel culturen beschreven. (In Zuid Amerika noemt men het Quetzalqoatl, de Gevederde Slang = Bliksem.) De bliksem ontlading in die kosmische gaswolk springt een vaste afstand, en wacht een vaste tijd, telkens weer, en tekent daarmee een lijn van optimale lading ontlading. Dit is ondermeer beschreven als “de bliksems van Zeus”. Onze hersenen werken nog steeds op ditzelfde principe: dat is hoe we denken, door lading-ontlading. Die bliksems trekken lijnen door het universum. Dat is de basis van wat we kennen als Meridianen. Die bliksems kruisen elkaar, en maken daardoor knooppunten; bolbliksems. Dat is de basis van wat we kennen als Chakra’s. Het is ook de basis van de plaats van de sterren. Stolsels van flarden van die sterren vormen de planeten. Vuur vormt Gas vormt Vloeistof dat Materie vormt. Het scheppingsverhaal van de kosmologie verbindt informatie met materie.
|